Over lengte en regelmaat

De gemiddelde cyclus duurt 28 dagen of 4 weken, van menstruatie tot menstruatie. De eisprong ligt dan netjes in het midden, rond dag 14, waarbij de eerste dag van de menstruatie  als dag 1 wordt gerekend.

Elke cyclus is echter verschillend. Niet alleen verschillen vrouwen onderling, ook bij eenzelfde vrouw kunnen de cycli verschillen.

In de eerste helft van de cyclus rijpt de eicel. Eicellen zitten van bij de geboorte in de eierstok in piepkleine vochtzakjes, de follikels, te wachten. Ofwel rijpen ze verder ofwel drogen ze onherroepelijk uit om te verdwijnen. Uitdrogen begint al voor de geboorte en uitrijpen pas na de puberteit.

De tijd die een eicel nodig heeft om uit te rijpen varieert en die variatie bepaalt de lengte van je cyclus. De minimum tijd nodig om een eicel te laten uitrijpen is zeven dagen. Het kan dus zijn dat je een eisprong hebt terwijl je nog maar net gemenstrueerd hebt. Een maximum is niet echt bepaald, maar hoe langer het duurt, des te meer kans dat je moeilijker zwanger wordt. De tweede fase van de cyclus, na de eisprong, toont veel minder variatie.

De meeste vrouwen merken dat hun cyclus naarmate ze ouder worden systematisch korter wordt. Dat is het gevolg van de verminderende voorraad aan eicellen. Hoe minder eicellen in aanbieding, des te sneller de keuze is gemaakt welke mag uitrijpen.

De lengte van je cyclus is minder belangrijk dan de regelmaat. Hoe regelmatiger je cyclus, des te meer kans er is op een eisprong.